Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En der Levieten opziener te Jeruzalem was Uzzi, de zoon van Bani, den zoon van Hasabja, den zoon van Matthanja, den zoon van Micha; van de kinderen van Asaf waren de zangers [20]tegenover het werk van Gods huis. 20. Dat is, dezen moesten bij de hand en in den tempel tegenwoordig zijn, om te letten op de dagelijkse behoeften van den godsdienst, gelijk anderen op het buitenwerk letten; boven, vs.16; zie onder, hfdst.12 vs.9.